Net als pandemieën in het verleden heeft de COVID-19 pandemie ons veel geleerd over hoe we het leven in steden kunnen verbeteren. De pandemie heeft ons onder meer duidelijk gemaakt hoezeer onze wereld met elkaar verbonden is en hoe belangrijk het is om rekening te houden met onze onderlinge afhankelijkheid bij het nemen van allerlei beslissingen, van volksgezondheid tot milieu.
COVID heeft ook de waarde onderstreept van zaken die vaak over het hoofd werden gezien, zoals veerkracht en circulariteit. Door de ontwrichting van verschillende ketens en de toenemende schaarste komen andere aspecten van het stadsleven naar boven. Ons huidige stedelijke paradigma is sterk afhankelijk van fragiele, grootschalige systemen die gevoelig zijn voor destabilisatie door onvoorspelbare gebeurtenissen zoals pandemieën. COVID maakt duidelijk dat we steden moeten reorganiseren rond een meer lokale en circulaire manier van leven waarbij veerkracht en duurzaamheid centraal staan. Dit is het belangrijkst als het gaat om het meest essentiële aspect van de beschaving: water.
De manier waarop we tegenwoordig met water omgaan is niet duurzaam en inefficiënt. Zodra het onze steden binnenkomt, of dat nu oppervlaktewater, grondwater of regenwater is, proberen we het zo snel mogelijk weer kwijt te raken. We behandelen water lineair - van bron tot gebruik tot afvoer - in plaats van circulair, wat een geweldige kans biedt om steden toekomstbestendig te maken en ze eeuwenlang leefbaarder te maken.
Ondanks tekorten op de lange en korte termijn is de traditionele benadering van het ontwerpen van gecentraliseerde stedelijke nutsvoorzieningen gebaseerd op 19e eeuwse technologische principes. Deze worden vervolgens toegepast in een tijd met een groot aanbod aan hulpbronnen en een relatief kleinere vraag. Wanneer er water in overvloed is, is deze afweging haalbaar. In een meer dichtbevolkte wereld die wordt geteisterd door klimaatverandering, is deze afweging omgedraaid. We moeten anders gaan denken over stedelijk waterbeheer, met het oog op het heden en de toekomst.
In plaats van elk systeem dat betrokken is bij de stedelijke watercyclus als afzonderlijk en onafhankelijk te zien, kunnen we die systemen met elkaar verbinden en lokaal beheren. Van afvalwater tot regenwater tot kraanwater, we kunnen circulaire en gecontroleerde watercycli creëren rond gebouwen, buurten en zelfs steden. Circulariteit betekent dat water wordt hergebruikt in plaats van eenmaal gebruikt en daarna nooit meer.
Met deze gedachten moeten we onze steden zien als gigantische wateropvangfaciliteiten. Naarmate de neerslag onregelmatiger valt, moeten steden voorbereid zijn om water op te vangen waar en wanneer het valt - bijvoorbeeld op daken en straten om duur transport van schoon water van elders te vermijden.
De nadruk op gedecentraliseerd waterbeheer - waarbij het water dichter bij de bron wordt verspreid en de lozing aan de oppervlakte tot een minimum wordt beperkt - zorgt voor meer flexibiliteit en minder verspilling. Het vermindert de infrastructuurkosten, verhoogt de veerkracht en helpt zowel mens als milieu.
Lokaal waterbeheer - en ervoor zorgen dat elke druppel telt - zal alleen maar belangrijker worden naarmate de klimaatverandering de watervoorziening destabiliseert. Stedelijke ontwikkeling vereist meer water per inwoner naarmate smeltende gletsjers en veranderende landbouwpatronen water schaarser maken. We hebben nieuwe manieren nodig om het waterbeheer toekomstbestendig te maken.
Met decentralisatie kan water indien nodig worden gereinigd of gefilterd en opgeslagen voor de regendagen die zowel zeldzamer als intensiever worden. Opgeslagen water kan worden hergebruikt om de plaatselijke vegetatie te besproeien - wat onder meer de lucht afkoelt en zuivert - of om steden af te koelen tijdens hete en droge periodes. Zware regenval kan langzaam weer in de grond worden geïnfiltreerd om het grondwater aan te vullen in plaats van overstromingen te veroorzaken op overheersende beton- en asfaltoppervlakken zonder ook maar één keer te worden gebruikt.
Wavin doet dit al op kleinere schaal met zijn innovatieve StormHarvester technologie, die vallend regenwater opvangt en vervolgens verschillende manieren mogelijk maakt om het te gebruiken. Het opgevangen water kan worden hergebruikt of teruggevoerd naar de bodem, afhankelijk van wat er nodig is en hoeveel water er naar verwachting beschikbaar zal zijn (wat StormHarvester continu meet).
Kopenhagen, bijvoorbeeld, heeft lokaal waterbeheer ingevoerd, grotendeels als reactie op hevigere regenval en de stijgende zeespiegel. De stad bouwt Cloudbursts; groene en biodiverse plekken verspreid over het gebied die dienen als levendige recreatiegebieden bij droog weer en als wateropvangplaatsen bij nat weer. Het regenwater dat bij stormen wordt opgevangen, kan elders worden opgeslagen of uit de stad worden afgevoerd. Kopenhagen overweegt honderden Cloudbursts om zich voor te bereiden op een warmere toekomst.
COVID heeft onderstreept dat de moderne wereld, als het gaat om essentiële goederen en diensten, gebukt gaat onder ongelijkheid en verspilling. Wat het stedelijk waterbeheer betreft, komt veel van deze verspilling voort uit een verouderde visie op water die in de 21e eeuw onpraktisch is. Naarmate steden meer en meer de belangrijkste organiserende organen van de beschaving worden, met de grootste macht om kansen en resultaten voor miljarden mensen over de hele wereld vorm te geven, moeten zij ervoor zorgen dat hun inwoners schoon en gemakkelijk beschikbaar water hebben, of het nu nat of droog is.
De sleutel om deze visie in realiteit om te zetten is het bouwen van lokale, circulaire waternetwerken die prioriteit geven aan duurzaamheid en veerkracht. Dit zal ervoor zorgen dat ondanks de steeds moeilijkere maatschappelijke omstandigheden, van pandemieën tot extreme weersomstandigheden, schoon water altijd betrouwbaar en beschikbaar zal zijn voor elke stadsbewoner over de hele wereld.
Wil jij weten wat we voor jouw kunnen betekenen op het gebied van watermanagement? Neem dan contact met ons op.