Van grote commerciële gebouwen in Nederland tot modulaire badkamers in Denemarken, aannemers en leidinginstallateurs in heel Europa maken de overstap van afpersen met water naar afpersen met lucht. Ontdek hier waarom deze verschuiving plaats vindt en of deze trend zich voort zal zetten.
Al decennia lang is afpersen met water de dominante methode voor het testen van pijpleidingen op lekkages in heel Europa. De algemene opvatting in de bouwsector is dat luchtdruktesten gewoonweg te gevaarlijk zijn, omdat testen met te hoge druk tot ongelukken en materiële schade kan leiden.
Ondanks deze opvatting zien we steeds meer aannemers vertrouwen op het afpersen met lucht. Don Elworthy, Senior Contracts Manager bij Panks Engineers Ltd in het Verenigd Koninkrijk, is er een van. Hij schrijft luchtdruktesten voor tijdens de bouw van al hun commerciële nieuwbouw.
"Tot een paar jaar geleden waren er niet veel richtlijnen voor luchtdruktesten en gebruikten mensen tot 12 bar", zegt Don. "Dat is gewoon te gevaarlijk en daarom waren er ongelukken. De waarheid is dat met goed opgeleid personeel dat de richtlijnen van de methodeverklaring volgt, luchtdruktesten veilig en nauwkeurig kunnen worden uitgevoerd".
Kwaliteitscontrole in de productie
Modulbad, een geprefabriceerd badkamerbedrijf in Denemarken, maakt al 30 jaar gebruik van luchtdruktesten als onderdeel van hun kwaliteitscontroleproces. Elke cabine die zij produceren wordt systematisch gecontroleerd op lekkages.
"Blootstelling aan water tijdens de productie kan de verf, de tegels en de leidingen beschadigen", zegt Sales Manager Finn Bjorn-Hansen. "Luchtdruktesten zorgen ervoor dat de cabines volledig schoon en droog zijn wanneer we ze verschepen. En omdat we de cabines voor verzending buiten opslaan, kunnen we het risico van bevroren leidingen tijdens de opslag vermijden. Luchtdruktesten helpen ons bij het leveren van de superieure kwaliteit waar onze geprefabriceerde badkamers bekend om staan".
Modulbad streeft naar de beste kwaliteit op de Deense markt. Daarom raadt Finn ook aan dat installateurs van Modulbad units ook met luchtdruk testen.
"Wij zien het als een veiligere methode, ook van hun kant, als de units eenmaal geïnstalleerd zijn," legt hij uit. "Als installateurs het risico op lekkages en waterschade op de plaats van installatie kunnen verminderen, is dat ook goed voor ons merk.
Sneller en eenvoudiger in grote gebouwen
In Nederland is het gebruik van luchtdruktesten in de afgelopen 20 jaar toegenomen, toen de luchtdruktesten werden ingevoerd en de omvang van nieuwe gebouwen aanzienlijk begon te groeien. Eric van der Blom, sanitairspecialist bij Techniek Nederland, de Nederlandse branchevereniging van technische dienstverleners en installateurs, legt uit:
"Naarmate nieuwe gebouwen groter werden, werd het gewoonweg te moeilijk om wekelijks water door de leidingen te spoelen. Afpersen met lucht is dan veel makkelijker. Dit kan in een specifieke ruimte in het gebouw, zonder dat je nog eens de luchtbellen uit het water hoeft te verwijderen. Afpersen met lucht bespaart over het algemeen tijd en dat is de reden waarom dit steeds populairder wordt.
Vandaag de dag is het zo veelvoorkomend dat we besloten om nieuwe praktische richtlijnen voor luchtdruktesten te schrijven.".
De vorige richtlijnen specificeerden slechts één drukniveau per test: 10 bar voor water en 8 bar voor lucht. De nieuwe richtlijnen voor luchttesten vereisen dat de installateurs bij twee drukniveaus testen: eerst bij 0,15 bar, dan, als ze er zeker van zijn dat de koppelingen lekdicht zijn, weer bij 3 bar voor de drukbestendigheid.
"Het testen van de luchtdruk werd vanwege de 8 bar-test, niet altijd als veilig beschouwd, maar is onder de huidige richtlijnen veel veiliger is geworden", zegt Eric. "Het is nu veiliger en hygiënischer om geen water in de installatie te hebben. Daarnaast bespaart het tijd en geld om wekelijks te spoelen. Al deze voordelen komen samen en daarom geven Nederlandse installateurs de voorkeur aan luchtdruktesten".
Eric zegt dat de nieuwe Nederlandse richtlijnen vergelijkbaar zijn met de Duitse richtlijnen, en hij verwacht dat andere EU-landen deze zullen volgen.
