Installateurs werken meestal binnenin een gebouw. Maar tegenwoordig behoort de riolering tot aan de perceelgrens ook tot het domein van de installateur. Omdat dit gebied voor installateurs wat minder bekend is, krijgt René Offringa, technisch adviseur Bouw & Installatie, regelmatig de vraag hoe riolering in de grond moet worden aangebracht. Hij neemt de stappen een voor een met u door.
Werkwijze
Graaf een sleuf met voldoende ruimte aan weerszijden van de buis. Hark de ondergrond iets los, de buis moet rondom goed in schoon zand liggen. Met ‘schoon’ bedoel ik: zand zonder stenen en dergelijke. Verdicht de grond pas nadat er 0,3 m zand bovenop de buis is aangebracht.
Tegenwoordig behoort de riolering tot aan de perceelgrens ook tot het domein van de installateur.
René Offringa , technisch adviseur Bouw & Installatie
Materiaal
Is er minimaal 0,5 m goed verdichte grond boven de buis aanwezig, dan volstaat een PVC-buis SN4. Buizen met een kleinere stijfheidsklasse dan SN4 zijn niet geschikt voor ondergrondse toepassingen. Voorbeelden van zulke buizen zijn HWA-buizen met een wanddikte van 1,5 mm en PE-afvoerleidingen.
Verwacht u een meer dan normale belasting? Bijvoorbeeld omdat u minder dan 0,5 m dek kunt aanbrengen of omdat u extreme verkeersbelasting verwacht? Dan is een PVC-buis SN8 het meest geschikt.
Nog een paar tips:
Zorg voor een droge sleufbodem, dus leg de rioolbuis bij voorkeur aan in de zomerperiode.
Zorg dat de sleufbodem op afschot ligt.
U hoeft hulpstukken niet uit te graven; duw ze in de losse grond.
Gebruik geen steltegels of stelplankjes.
Vul niet aan met bevroren grond.
Vul bij slappe grond de ruimte rondom de buis met goed zand.
